Justus' vader wordt vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs, terwijl hij het wel gedaan heeft. Dat is zo in strijd met Justus' rechtvaardigheidsgevoel dat hij wegloopt van huis. Maar gaandeweg komt hij erachter dat de wet niet zo rechtlijnig te interpreteren is als hij denkt.
Zo ontmoet hij een illegale vluchteling die hier al jaren werkt en plotseling het land uitgezet dreigt te worden. Ook ziet hij hoe een gewiekste zakenman, geheel binnen de wet, de boel oplicht. Wat kan je dan nog doen? Samen met zijn vrienden beraamt hij een plan.